Dwingeloo Esdorp

 

Dwingeloo een esdorp van 800- 1900

Het esdorp heeft zich in de loop van de middeleeuwen gevormd en zich weten te handhaven tot in de twintigste eeuw. De verschillende soorten gronden die tot zo’n esdorp behoren, kenden elk een eigen gebruik en vormden een wezenlijk onderdeel van de dorpseconomie. Deze berustte geheel op het gemende boerenbedrijf, de combinatie van akkerbouw en veelteelt. De es was het bouwland waar vooral rogge werd verbouwd. Omdat de zandgronden van nature erg arm zijn, moesten de essen zwaar worden bemest om voldoende oogst te kunnen leveren. Voor die bemesting was vee nodig. Kunstmest was er pas sinds het eind van de negentiende eeuw. Daarom beschikte iedere boer over een veestapel. Deze bestond uit koeien en later ook steeds meer uit schapen. Om het rundvee te kunnen voederen, was hooi nodig, vooral ’s winters. Het dorp moest daarom ook kunnen beschikken over grasland waar de beesten geweid konden worden en waarvan in het voorjaar hooi gewonnen kon worden om te bewaren voor de winter. Die hooi- en weilanden lagen in de lagere delen van het dorpsgebied, langs beken en riviertjes.

Deze groenlanden waren schaars, met als gevolg dat de rundvleesstapel niet eindeloos uitgebreid kon worden. De mestproductie bleef daardoor ook relatief beperkt. Schapen boden daarvoor uitkomst. Die weten hun kostje ook wel bij elkaar te scharrelen op de heidevelden. En die had het esdorp in overvloed.

Tegenwoordig leeft Dwingeloo van het toerisme en in veel mindere mate van de landbouw. Hier een foto van de es van tegenwoordig:

Landbouwpad aan de Es (eigen foto)

Uiterlijk dorp, herkenningspunten, infrastructuur:

 

Dwingeloo is een esdorp in de gemeente Westerveld, hoofdplaats van de voormalige gemeente Dwingeloo; 2380 inwoners en 1010 woningen (2000). Gelegen halverwege tussen Assen en Meppel en tegenover Diever aan de andere kant van de Drenthse hoofdvaart, hiertussen loopt de Dwingelerdijk.

Ten zuiden van het dorp liggen de Dwingelder-es, voorts het Dwingelderveld en de Dwingeler Heide, tezamen het Nationaal Park Dwingelerveld. Ten noorden ervan loopt de Dwingelderstroom, die westwaarts Oude Vaart en oostwaarts Beilerstroom heet. Ten oosten van het dorp en Lhee strekt de boswachterij.  Dwingeloo zich uit tot over de grens met de gemeente Midden-Drenthe (tot 1998 Beilen). Aan de westzijde liggen restanten van de havezaten Batinge en Entinge.

Bronnen vermelden: Twingelo (1180-81), Dwingelo (1206), Thuingelo (1207), Dwyngheloe(1487), Duingelo (1583) en Dwingelo (1811-13). De naam bestaat uit dwinge, twinge, afgeleid van het oud-Saksisch thingan = bedwingen, en lauha/loo = bos of open plek in het bos. De betekenis luidt: bedwing het bos. Ook wordt wel gedacht aan thwangi = riem; het gaat dan om een smalle strook land, begroeid met bos.

Tot in de jaren '50 van de 20e eeuw bestond het dorp hoofdzakelijk uit boerderijen rond de brink en langs de weg naar het Westeinde. Dit buurtschap vormt samen met Dwingeloo een marke. De brink werd in 1967 tot beschermd dorpsgebied verklaard. Plaatselijk spraakgebruik: 'Wij gaot en de Brink', wat betekent: 'Wij gaan naar Dwingeloo'. Hiermee wordt de Brink bedoeld, het centrale punt van de gehele gemeente.

Elk jaar op 17 januari komt het Sint-Anthoniusgilde bijeen. Sinds 1725 jaarmarkten op de tweede maandag in mei en oktober.

Bezienswaardigheden: Saksische boerderijen, schultehuis (eind 17e eeuw), de 'Franse Huizen', havezate Oldengaerde (15e eeuw, verbouwd 1717), havezate Westrup (17e eeuw, verbouwd 19e eeuw), pastorie (1868), de Bork (1910), Olden Hut (1916), Nije-Batinghe (1923, Art and Craft), Nyengaerde (1926), gemeentehuis (1939), het beeld 'De Juffer van Batinge' (1997), het Batingeschut (een replica van een stuw uit de 17e eeuw) en de oudheidkamer 'de Börgemeesterskaemer' in het gemeentehuis.

Dwingeloo is verder bekend om het Planetron en om zijn 25 m hoge radiotelescoop uit 1955, verder zuidoostwaarts.

Schimpnamen voor de inwoners: DoevenDoefiesVarkens en Poepen (Duits werkvolk).

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode