Olde gaerde

(eigen foto)

De geschiedenis van de Oldengaerde gaat terug naar 1420, toen Reynolt van Echten zich vestigde op zijn familiebezit te Dwingeloo. Hij liet er vermoedelijk een rechthoekig huis bouwen, aan drie kanten omringd door een gracht. De familie van Echten heeft in het Drentse bestuur een voorname rol gespeeld. In de zestiende eeuw waren zij vooral ette voor het Dieverderdingspil waarvan het schultambt Dwingeloo deel uit maakte. Nicolaas van Echten werd vanwege Oldengaerde in 1598 toegelaten tot de Ridderschap van Drenthe. Op 17 november 1600 behoorde hij tot de eerste twee uit de Ridderschap gekozen leden van het pas opgerichte College van Gedeputeerden, het dagelijkse bestuur van de provincie. Zijn broer Reinolt erfde Oldengaerde in 1613. Hij was getrouwd met Anna van Welvelde en had drie kinderen; de oudste diende zoon Reinold diende onder de gardes van koning van Frankrijk, zijn dochter Anna huwde Rutger van den Boetzelaer, heer van Batinge. De jongste, Johan, erfde het landgoed Oldengaerde. Bij zijn vrouw, Ida van Voorst, had hij een zoon en twee dochters, van wie Anna Elisabeth in 1658 huwde met luitenant Cornelis van Dongen.

In 1660 droeg het gehele bezit over aan deze schoonzoon. De familie van Dongen heeft nadien eveneens een groot aandeel geleverd aan het Drentse bestuur. De Oldengaerde kwam in 1713 in handen van zijn tweede zoon Cornelis jr. Hij was één van de belangrijkste inwoners van Oldengaerde en degene die het meest zijn stempel op het huis heeft gedrukt. In de voorgevel van Oldengaerde bevinden zich twee stenen, waarop ‘Anno’ en ‘1717’ staat, hetgeen slaat op een grootscheepse verbouwing die Cornelis van Dongen in dat jaar liet uitvoeren en waarbij het huis zijn huidige vorm kreeg. Tegen het huis werd een imposante gevel geplaatst, uitgevoerd in de zogenaamde Vingboonsstijl, die in de zeventiende eeuw onder andere veel werd toegepast bij Amsterdams grachtenhuizen. Een zestal pilasters verdeelt de gevel in zes traveeën, onderling gescheiden door een stuk muurwerk, elk versiert met een zandstenen festoen.
De tuinen werden veranderd naar de laatste mode uit Frankrijk van het aanleggen van tuinen, waarbij de symmetrie een onmisbaar element is. De opbouw van de tuin voor én achter het huis laten een sterke verwantschap zien met de tuinen van het paleis te Versailles, de residentie van de Franse koningen. Hierbij zijn de langgerekte tuinvakken het belangrijkste kenmerk (vgl. de Nederlands stijl met zijn vierkante vakken op Batinge). De centrale middenas gaf de toeschouwer vanuit het huis een vergezicht naar de horizon, waarbij de erop gelegen langwerpige vijver de dieptewerking versterkte. Deze vijver is ongetwijfeld ook geïnspireerd op het ‘Grand Canal’ van Versailles. Het lanen- en grachtenstelsel rond Oldengaerde is sindsdien nauwelijks meer veranderd. De Van Dongens hebben in de achttiende eeuw veel Drentse havezaten in bezit gehad, waaronder Westrup te Dwingeloo. Hierheen verhuisde de familie, nadat zij in 1781 Oldengaerde wegens hoge schulden moesten verkopen.

Na enige verschillende eigenaren werd in 1808 jonkheer Aalt Willem van Holthe bezitter. In een aankondiging van de publieke veiling van Oldengaerde, gehouden op 14 juni van dat jaar, lezen we dat het huis dertien à veertien ‘proper behangen’ kamers en kabinetten telde, een grote keuken, kelders ‘en verdere offices’, twee grote schuren waarin stallingen voor paarden en vee, een koetshuis, een washuis, knechtenkamer en een hovenierswoning. Aalt Willem van Holthe trouwde in 1807 met barones Geertruid Agnes van Dedem. Als snel vervulde hij bestuurlijk ambten in Drenthe, zo was hij van 1812 tot 1852 burgemeester van Dwingeloo. Van Holthe was er tevens de belangrijkste huiseigenaar en grootgrondbezitter: hij was eigenaar van veertien huizen in het dorp, waaronder de Franse huizen, en van ongeveer 280 hectare land. Behalve Oldengaerde bezat hij ook nog twee andere havezaten: Rheebruggen, wat hij erfde van zijn moeder, en in 1830 kocht hij Batinge met alle onderhorige goederen waaronder de huisplaats van de in 1741 afgebroken havezate Entinge. Oldengaerde, en ook Entinge, is na de dood van Aalt Willem van Holthe niet meer door koop overgegaan naar een andere eigenaar, alleen door vererving. Zo was zijn achterkleinzoon Johannes Govert Westra van Holthe vanaf 1916 eigenaar van Oldengaerde. In 1924 werd hij benoemd tot burgemeester van Dwingeloo. De havezate en omringende landen zijn na enige toewijzingen thans in onverdeeld eigendom van vier dochters van wijlen mevrouw I.E.C. Willinge-Westra van Holthe. Het huis en de tuinen zijn in 2004 in het geheel aangewezen tot Rijksmonument.

 

(eigen foto)

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode